Met afval wordt best zo milieuvriendelijk mogelijk omgegaan. De 'ladder van Lansink' stelt een voorkeursrangorde op hoe afval best verwerkt wordt, startend bij de meest milieuvriendelijke en eindigend bij de meest milieubelastende manier.
Concreet betekent dit dat afval best wordt vermeden, zoniet hergebruikt. Als dat niet mogelijk is, kom je bij recyclage. De volgende optie is verbranding (met energierecuperatie), en pas in laatste instantie storten.